RECHTstreeks:Het kernbegrip behoorlijke taakvervulling

jan 2, 2023 | Column De Limburger | 0 Reacties

RECHTstreeks: Het kernbegrip behoorlijke taakvervulling

De vorige week heb ik uiteengezet dat de tekst van artikel 2:9 lid 1 BW de bestuurder opdraagt om jegens zijn vennootschap zijn taken op een behoorlijke manier uit te oefenen: het criterium van de behoorlijke taakvervulling.

De rechter zal steeds in het individuele geval moeten beoordelen of het verwijt dat de vennootschap de (voormalige) bestuurder maakt een schending van de behoorlijke taakvervulling inhoudt. In de diverse uitspraken heeft de rechter verschillende zaken vastgelegd.

Allereerst dient de vennootschap de bestuurder een ernstig verwijt te moeten maken. Daarnaast moeten alle omstandigheden van het individuele geval worden meegenomen. Daar horen onder andere bij de vennootschapsactiviteiten, de risico’s die de vennootschap loopt, de taakverdeling binnen het bestuur, de bestuursrichtlijnen en de informatie die de bestuurder had ten tijde van de beslissing. Een ander belangrijk criterium is het inzicht en de zorgvuldigheid die de bestuurder heeft en waaruit blijkt of hij wel berekend is voor zijn bestuurstaak. Geconcludeerd kan dus worden dat alle relevante omstandigheden van het geval van belang zijn.

Daarnaast is het eveneens vaste jurisprudentie dat niet ieder wanbeleid automatisch tot bestuurdersaansprakelijkheid leidt. Er is een zogenaamde grijze zone. Dat zijn besluiten die op zich wel onjuist zijn, maar niet tot aansprakelijkheid leiden. Dit impliceert, dat het bestuurders toegestaan is om fouten te maken. Sterker nog, iedere bestuurder maakt in zijn beleid fouten. Het zal u natuurlijk enorm verbazen, maar zelfs deze columnist heeft als bestuurder van vennootschappen fouten gemaakt, maar is daarvoor niet persoonlijk als bestuurder jegens de vennootschap aansprakelijk.

Een handige richtlijn is je altijd voor te houden hoe een normaal handelend bestuurder in de gegeven omstandigheid zal handelen. Uiteindelijk moet voor bestuurdersaansprakelijkheid aan twee voorwaarden worden voldaan in verband met onbehoorlijk bestuur. Allereerst had de bestuurder moeten of behoren te weten dat de gedraging een nadeel voor de vennootschap zou kunnen opleveren. Verder moet de bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt treffen.

Voorbeelden van onbehoorlijk bestuur zijn het schenden van de boekhoudplicht van artikel 2:10 BW, het handelen in strijd met de wet of statuten, het nemen van onnodige financiële risico’s, het nemen van belangrijke beslissingen zonder afdoende voorbereiding, het nalaten adequate verzekeringen ten behoeve van de vennootschap af te sluiten.

Bestuurders dienen dus vrij te zijn in het besturen van hun vennootschap, maar niet zo vrij, dat zij onbezonnen de vennootschap schade berokkenen en daden verrichten die, onder de bovengenoemde omstandigheden, tot persoonlijke aansprakelijkheden kunnen leiden. Als nu zo’n aansprakelijkheid vast staat, kan de bestuurder daar dan nog onder uit komen?

Daar ga ik het de volgende week over hebben.

Tot dan,

Wim Vondenhoff
Advocaat

Meer informatie?

Vul onderstaande formulier in:

0 reacties

Een reactie versturen